Gele mosterd
In vergelijking met bladrammenas heeft gele mosterd het voordeel dat nog later (tot de eerste helft van september) kan gezaaid worden en toch nog een behoorlijke bodembedekking verkregen wordt. De kenmerken voor rassenkeuze zijn dezelfde als bij bladrammenas.
In bovenstaande tabel zijn de resultaten van de gele mosterdrassen ingeschreven in de Belgische rassencatalogus, samengevat. Het betreft gegevens van 1986 tot 2004.
Eén opgenomen ras is tetraploïd (Chacha). Bij vermeerdering van gele mosterd op percelen met opslag van niet-resistente (tegen het bietencystenaaltje) diploïde planten, hetgeen veelvuldig in de praktijk voorkomt, beschermt tetraploïdie het ras tegen ongewenste inkruising want inkruising van slechts 1 % kan het totale bestrijdingseffect tegen bietencystenaaltjes geheel teniet doen.
Gebruik bij tetraploïde rassen anderhalf maal meer zaaizaad dan bij het gebruik van diploïde rassen (tetraploïde rassen hebben zwaarder zaad)
Belangrijkste eigenschappen van rassen van Gele mosterd1
Ras | Ploïdie | Jaar van opname | Verse opbrengst2 | DS-opbrengst2 | Snelheid van bodembedekking (1-9)3 | Laatheid van bloei (1-9)3 | Vorstgevoeligheid (1-9)3 | Lengte van de plant bij de oogst (cm) | Resistentie voor bietencystenaaltjes4 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
ABA | D | 1999 | 98 | 96 | 7,8 | 8,0 | 8,1 | 121 | R |
AMOG | D | 1994 | 93 | 93 | 8,0 | 6,5 | 8,0 | 110 | R |
CHACHA | T | 2005 | 102 | 100 | 7,5 | 7,0 | 8,0 | 122 | R |
MERINGUE | D | 2000 | 101 | 104 | 7,7 | 7,0 | 8,0 | 125 | R |
POLKA | D | 1999 | 97 | 98 | 7,3 | 7,5 | 7,8 | 122 | R |
SALSA | D | 2000 | 103 | 103 | 7,9 | 8,0 | 8,0 | 121 | R |
SOLEA | D | 2005 | 105,0 | 104,0 | 7,8 | 7 | 7,9 | 123 | R |
100=...t/ha | - | - | 31,2 | 3,9 | - | - | - | - | - |
1 Overname van de volledige tabel uit de Belgische aanbevelende rassenlijst mits bronvermelding is toegestaan, namaak is verboden
2 100 = gemiddelde van alle rassen op de Belgische rassenlijst
3 Hoe hoger het cijfer, hoe beter
4 R = resistent
Terug naar overzicht groenbedekkers
